Herdenking Driel: Inzet voor vrijheid blijft actueel en verdient altijd erkenning

Op zaterdag 21 september werd in Driel de inzet van de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade herdacht. Behalve dat het op de dag (en bijna tijdstip) exact 80 jaar geleden was dat de Polen bij Driel landde werd het in meerdere opzichten een indrukwekkende herdenking.

Erkenning voor inzet

De eerste spreker was scheidend voorzitter Arno Baltussen. Na het eerherstel van de Brigade en Generaal Sosabowski in Nederland in 2006 zet hij zich al jaren in voor officieel excuus van de Britse regering. Immers kort na de Operatie Market Garden kreeg generaal Sosabowski de schuld van het niet slagen van de operatie. In bredere zin liet de Britse regering de Polen na de oorlog aan hun lot over en mochten ze als een van de weinige geallieerden niet meedoen aan de overwinningsparade in London in de zomer van 1946.

In een bij vlagen emotioneel betoog riep de heer Baltussen de Britse premier Keir Starmer op om dit onrecht ongedaan te maken. Het is in de woorden van scheidend voorzitter Baltussen nog niet te laat nu er nog een veteraan in leven is, Bolek Ostrowski (105) in Toronto, Canada.

Hij (Bolek) benadrukte dat het altijd waard is om te vechten voor de anders vrijheid. En hij zou het zo weer doen. Het is het waard om te vechten voor andermans vrijheid ook als je het zelf niet hebt ervaren.

Die waarde van vrijheid wilden wij in Driel omarmen. […]

Tot op de dag van vandaag heeft de Britse regering de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade niet officieel erkend.

Inzet voor vrijheid verdient altijd erkenning en waardering. Inzet voor vrijheid is altijd goed en kan nooit worden bestempeld als “schuldig aan verlies”. Inzet voor vrijheid is altijd winst.

Dit is ook wat de Britse veteranen die in Arnhem vochten altijd hebben gezegd. Als teken van hun dankbaarheid sponsorden zij een monument en plaquette op het Polenplein in Driel, ter ere van generaal Sosabowski.

Op deze manier hebben zij hun erkenning al laten blijken, maar de formele erkenning van de Britse regering zou ook zeer op prijs worden gesteld.

Inzet voor vrijheid moet gepaard gaan met erkenning. Erkenning drukt waardering en aandacht uit en leidt uiteindelijk tot motivatie. Dit zijn we verschuldigd aan Bolek en alle veteranen die voor onze vrijheid hebben gevochten – om generaties te motiveren in hun voetsporen te treden en zich in te zetten voor vrijheid. Vrijheid bestaat alleen als iedereen zijn plicht vervult om zich in te zetten voor vrijheid. […]

Daarom herhaal ik mijn oproep aan de Britse premier: […] Het eerherstel kan nog plaatsvinden zolang Bolek onder ons is. Gezien Boleks leeftijd is er geen tijd te verliezen. Er is nog steeds kans om de laatste Poolse veteraan in de ogen te kijken en die veelbetekenende woorden te zeggen:

“Dank je, dank dat jullie voor onze vrijheid hebben gevochten.”.

Met dit pleidooi zette Arno Baltussen kracht bij aan de brief met deze oproep die de Britse premier eerder al ontving van de stichting in samenwerking met de burgemeesters uit de Airborne Region.

Burgemeester Patricia Hoytink-Roubos

Wat wordt onze inzet?

Een van die burgemeesters, burgemeester Patricia Hoytink-Roubos van Overbetuwe vertelde twee persoonlijke verhalen van Poolse militairen, Jozef Pietryga en Bazyli Lincewicz. Ze riep de aanwezigen op om na te denken wat onze nalatenschap zou kunnen zijn:

Na tachtig jaar is de onvoorwaardelijke en moedige inzet van mannen als Jozef Pietryga en Bazyli Lincewicz en al die anderen nog altijd een voorbeeld.
En het houdt ons een spiegel voor.
Welke afdruk willen wij achterlaten voor onze kinderen?
Zijn we bereid om te vechten voor iets dat groter is dan onszelf?
Om daar een offer voor te brengen?

Ook vandaag is dit hard nodig.
We zien dat oorlog dichterbij is gekomen.
Letterlijk, door de strijd in Oekraïne.

Maar ook als ik kijk naar ons eigen land, dan lijken de omstandigheden een beetje op die in de jaren ’20 van de vorige eeuw.

Ook toen was er polarisatie, antisemitisme, onzekerheid en instabiliteit.
Dat zorgde voor een vruchtbare bodem voor het gedachtegoed van de nazi’s.

Laat vandaag de uitkomst niet hetzelfde zijn.
Laten we met elkaar de geschiedenis ongelijk bewijzen.
Laten we zie dat het wél anders kan, ook al is de situatie vergelijkbaar met toen.

Bijdragen van de premiers

De herdenking zou worden bijgewoond door de premier van Polen, Donald Tusk en Nederland, Dick Schoof. Met het hoogwater in Polen liet de Poolse premier zich vertegenwoordigen door de minister van veteranen zaken die een brief van Tusk voorlas.

Premier Schoof

De Nederlandse premier gebruikt ook de inzet van de Polen om de link te leggen naar de actualiteit en onze rol daarin:

Laten wij vandaag hun voorbeeld als een opdracht beschouwen.
De opdracht om in het hier nu pal te staan voor de vrijheid en de waarden die tachtig jaar geleden met zoveel overgave en vastberadenheid zijn bevochten.
Voor generaties daarna is ‘oorlog’ lange tijd een woord van ver weg geweest.
Een woord van vroeger.
Iets uit een voltooid verleden tijd.
Althans, dat hebben we onszelf en elkaar lang kunnen vertellen.

Maar sinds de Russische inval in Oekraïne weten we beter. […]

In Polen, het land van een van onze bevrijders, wordt dat nog directer gevoeld dan hier. Daarom is het zo belangrijk dat Polen, Nederland en andere landen elkaar vasthouden en steunen, in de NAVO en Europa.
Daarom is het zo belangrijk dat we één lijn trekken tegen agressie en onrechtstatelijkheid.
En dat we daarin onverzettelijk en onvermoeibaar zijn.
Het moet.
Het moet, omdat het alternatief ondenkbaar is.

In zijn brief sprak premier Tusk juist dank uit naar het Nederlandse volk voor de wijze waarop zij al die jaren de Poolse inzet herdenken en zich inzetten voor het eerherstel:

Ik heb al gezegd dat we dankbaar zijn voor de attente herinnering aan de Poolse brigade en haar generaal. In het bijzonder wil ik u bedanken voor uw inspanningen om de Polen die bij Arnhem hebben gevochten te eren, wat ertoe heeft geleid dat Koningin Beatrix in 2006 de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade de hoogste militaire onderscheiding van het Koninkrijk der Nederlanden, de Militaire Willemsorde, heeft toegekend en generaal Sosabowski de Bronzen Leeuw Medaille.
Maar er is nog een reden om onze dankbaarheid te betuigen. Ik denk hierbij aan het initiatief om de bijdrage van Poolse parachutisten aan operatie ‘Market Garden’ te erkennen en hun militaire daad te waarderen. Een brief met een dergelijke oproep werd begin juli naar de regering van het Verenigd Koninkrijk gestuurd. De burgemeesters van Nederlandse steden ondertekenden de oproep in groten getale.

Vandaag en de nalatenschap

Wij hopen dat de inzet van de Polen inderdaad doorklinkt in acties vandaag de dag. Of onze nalatenschap nu is het trekken van een lijn tegen agressie en onrechtstatelijkheid, het in herinnering blijven roepen van de rol van de Polen of het daadwerkelijke eerherstel door de Britse regering. We hopen bovenal dat daarmee de inzet van Bolek en alle andere niet te vergeefs was en dat hij nog getuige mag zijn van het eerherstel.

Herdenking terugkijken?

De herdenking is terug te zien op YouTube (zie hieronder). Vooraf was nog een kort vraaggesprek over de historische context. Wilt u die ook terugzien? Ga dan naar het verslag op de site van Omroep Gelderland.

Toespraken

De volledige toespraken zijn na te lezen op de site van de Stichting Driel Polen

Openingstoespraak voorzitter Stichting Driel-Polen A.J.M. Baltussen
Toespraak burgemeester P. Hoytink-Roubos
Toespraak minister-president D. Schoof
Brief minister-president D. Tusk

Poolse Fietsroute Driel-Oosterbeek

U kunt op de fiets langs de belangrijke plekken in en rond de dorpen Driel en Oosterbeek waar onder andere de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade vocht tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De route van ruim 40 kilometer gaat onder andere over de landings-plaatsen en langs het hoofdkwartier van generaal-majoor Stanisław Sosabowski. Deze route maakt deel uit van de landelijke route langs de belangrijkste door Polen bevrijde plaatsen in Nederland. Start en eindpunt van de route is het informatiecentrum ‘De Polen van Driel’.

Waarom deze route?

“Als Stichting Driel – Polen zetten we ons in om de herinnering aan de Poolse bevrijders die in 1944 meevochten in Operatie Market Garden levend te houden. Hoogte punt is de jaarlijkse herdenking in september. We zagen dat door het jaar heen er belangstelling is. Daarom ontstond in 2014 het informatiecentrum dat start- en eindpunt vormt van deze route.
Met deze fietsroute willen we, in samenwerking met Liberation Route Europe (LRE) en andere partners, de verhalen die te vertellen zijn tot leven brengen op de plaatsen waar ze zich af speelden. Dit deden we eerder ook met onze wandelroute.”

Wat kunt u zien op deze route?

De route voert u door de mooie Over Betuwe. Dit was het strijdtoneel van het landleger en een belangrijk deel van de parachutistenbrigade. Ook voert de route u over de Veluwezoom en daarmee het strijdtoneel rond Oosterbeek waar de Polen meevochten in de bittere strijd in en rond de perimeter. Het gebied waar de geallieerden stand probeerde te houden tegen de oprukkende Duitse troepen nadat de brug in Arnhem verloren was gegaan.

Verhalen

Bij de verschillende belangrijke plekken vertellen we het verhaal van onze Poolse bevrijders. Vaak verhalen van soldaten die het helaas niet konden na vertellen en die nu begraven liggen op de begraafplaats in Oosterbeek, uiteraard ook een punt op de route.

  • Landingsterrein: Op 19 september 1944 landde gliders met Poolse materiaal. Daarbij sneuvelde korporaal Trochim. Zijn graf was lang anoniem.
  • Hoofdkwartier: U komt langs het huis waar generaal Sosabowski zijn hoofdkwartier had.
  • Stellingen: Zowel in Driel als in Oosterbeek onderscheidde kanonnier Karol Standarski zich bij het afslaan van een Duitse aanval. Hij sneuvelde in Oosterbeek.

Hoe kunt u de route volgen?

Er zijn verschillende manieren om de route te volgen.

  • Download de app van Liberation Route Europe en zoek daar de route om deze met de app te volgen. Daarin staan ook de verhalen en beelden bij de belangrijke plekken.
  • Bekijk de route op de website van Liberation Route Europe via de browser op uw computer, tablet of telefoon. Ook daar vindt u natuurlijk de verhalen en beelden.
  • Download een GPX bestand van de route via de website voor uw eigen navigatie app of smartwatch. Let op, dit is alleen de route.

Download NL-flyer (PDF)

Lezingen over Polen in de Tweede Wereldoorlog en hun bijdrage aan onze bevrijding

Gisteren verzorgden we in Maczek Memorial Breda de film vertoning van Warsaw Uprising voorafgegaan door een inleidende lezing over de context van deze Opstand van Warschau.

Komende maanden herdenken we door heel Nederland dat 80 jaar geleden het land bevrijd werd van vijf jaar bezetting. Daarbij speelden ook Poolse bevrijders een belangrijke rol. Samen met Arno Baltussen van Stichting Driel Polen ontwikkelden we een presentatie over deze Poolse bijdrage.

We schetsen de internationale context, hoe het kwam dat de Polen aan het westfront meevochten, wat hun specifiek bijdrage in Nederland was en laten zien dat ook bij u in de buurt een Pools verhaal te vertellen is of wat de link is met de actualiteit. Daarbij is veel ruimte voor interactie.

Afhankelijk van het publiek kunnen we ook spreken over andere vormen zoals een quiz of voor scholieren werken met opdrachten. Neem dan wel graag tijdig contact op want dit soort aanpassingen vragen natuurlijk afstemming en voorbereidingstijd.

Lijkt het u interessant om voor uw organisatie een lezing te organiseren? Een Neem gerust contact op om af te stemmen.

Leden van de brigade uit de oostelijke grenslanden: De Oekraïense connectie

In 1944 landde de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade (1 SBSpad) bij Oosterbeek en Driel in het kader van operatie Market Garden. De manschappen van de brigade kwamen vanuit heel Polen of om precies te zijn, van het grondgebied van De Tweede Poolse Republiek (afbeelding 1).

Verschuiven van grenzen

Na de inval van Duitsland op 1 september 1939 en de Sovjet-Unie 17 september 1939 werden gebieden in het westen en het oosten ingelijfd bij Duitsland respectievelijk de Sovjet-Unie. Uiteraard werden de gebieden van de Sovjet-Unie in 1941 bij de Duitse aanval op de Sovjet-Unie bezet door de Duisters. Als aan het einde van de oorlog als Duitsland is verslagen eist de Sovjet-Unie het in 1939 veroverde gebied opnieuw op en worden de gebieden ingelijfd bij de Socialistische Sovjet Republieken Oekraïne, Belarus en Litouwen. Ter compensatie worden in het westen gebieden van Duitsland Pools (afbeelding 2). Na nog wat ‘correcties’ in de jaren vijftig ontstaan de landsgrenzen zoals we die nu kennen.

Dit betekent dat meerdere manschappen van de brigade uit gebied komen dat nu onderdeel uitmaakt van landen zoals Oekraïne, Belarus, Litouwen of de Russische enclave rond Kaliningrad ten Noorden van Polen.

Slachtoffers uit de oostelijke gebieden

In februari 2023 publiceerde Graham Francis in de nieuwsbrief van de Arnhem 1944 Fellowship een lijst van de gesneuvelde Poolse parachutisten die kwamen uit deze gebieden. Hij gaf het artikel de titel ‘The Ukrainian Connection’.

In de lijst met 45 gesneuvelden staat de afkorting KIA voor ‘Killed in Action’, DoW voor Died of Wounds, en AOWC voor Arnhem Oosterbeek War Cemetry, ook wel bekend als ‘Airborne begraafplaats in Oosterbeek. Bekijk de lijst (in PDF).

Uiteraard ontvingen we toestemming voor het hergebruik van deze lijst.

Totale aandeel in de brigade

Aan het einde doet Graham Francis nog de volgende observatie: Van de 97 omgekomen parachutisten staan er 45* op de lijst als komende uit gebieden in het oosten die na de oorlog niet langer Pools waren. 32 daarvan komen uit gebied wat nu Oekraïne is. Hij extrapoleert dit en concludeert van de totale brigade zo’n 800 man uit deze gebieden komen waarvan zo’n 560 uit gebieden in de huidige Oekraïne.

Wat onbenoemd blijft is dat dit ook geldt voor ook generaal Sosabowski. Hij komt oorspronkelijk uit Stanisławów (tegenwoordig Ivano-Frankivsk in Oekraïne). Gebied wat toen hij werd geboren in 1892 overigens onderdeel uitmaakt van het keizerrijk Oostenrijk – Hongarije.

Kanttekening

Bij al deze analyses is het goed om een kanttekening te plaatsen. De regio’s waar we over spreken waar in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog zeer pluriform. Pas na de oorlog met het verschuiven van de grenzen volgden ook volksverhuizingen waardoor meer homogenen natiestaten ontstonden. Daarbij speelt natuurlijk mee dat de Joodse bevolkingsgroep, die voor de oorlog een substantieel aandeel van de bevolking vormde, voor een groot deel was weggevaagd in de holocaust.

Illustratief zijn daarvoor de kaart (afbeelding 3) met de verschillende dominante etnische groepen op het grondgebied van de Tweede Poolse Republiek. Ook interessant is het artikel van journalist Pieter van Os die beschrijft hoe in de regio mensen gevraagd naar hun (etnische) afkomst bij een volkstelling in die periode aangaven zich niet te vereenzelvigen met een natiestaat maar met de regio.

Vanuit de oostelijke gebieden naar Arnhem

Een deel van deze parachutisten week, toen in oktober 1939 Duitsland en de Sovjet-Unie Polen bezet hadden, uit naar Roemenië en Hongarije. Van daaruit vonden velen de weg naar Frankrijk en Groot-Brittannië om zich aan te sluiten bij het Poolse leger.

Een ander belangrijk deel werd door de Sovjets gedeporteerd naar werkkampen diep in de Sovjet-Unie. Zij die niet vermoord werden of de ontberingen van de kampen overleefden, konden zich pas vanaf 1941 aansluiten bij het Poolse leger toen de Sovjet-Unie in het geallieerde kamp kwam na de aanval van Duitsland. Sommige legden daarbij een afstand van 40.000 kilometer af op weg naar hun inzet bij Oosterbeek en Driel.

Afbeelding 1: Polen in 1930 met de verschillende districten  
Wikipedia: By XrysD – Own work, CC BY-SA 4.0  

Afbeelding 2: De verschuiving van de landsgrenzen na WO2
Wikipedia: By radek.s – Own work, CC BY-SA 3.0    

Afbeelding 3: Etnische verdeling in Polen in 1921 Bron: https://www.edmaps.com/html/poland_1921_c.html

*) Eigenlijk 44 omdat hij ook een para noemt die uit Sint-Petersburg kwam maar deze stad was uiteraard nooit Pools.

“VOOR UW VRIJHEID EN DE ONZE” – Poolse offers voor de vrijheid

“VOOR UW VRIJHEID EN DE ONZE” – DE POOLSE SLACHTOFFERS VAN DE STRIJD IN NEDERLAND

Onder deze titel schreven we samen met de Stichting Driel-Polen een artikel. Dit artikel is geplaatst in het magazine van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum. Het artikel sluit naadloos aan bij de lezing die we samen verzorgen op zaterdag 30 maart.

Voor de lezers van dit magazine is de Poolse strijd in Nederland onlosmakelijk verbonden met de septemberdagen van 1944. Ook het Poolse aandeel in de bevrijding van het zuidwesten en noordoosten van ons land is redelijk bekend. Onderbelichter is de rol van Poolse piloten en verzetsstrijders. Tijd om eens wat licht te werpen op de offers die werden gebracht, met speciale aandacht voor de Slag om Arnhem.

Het artikel is in PDF te lezen op Polen in Beeld. Bij het artikel namen we op deze site ondersteunende informatie op.

Foto boven dit bericht: © IWM (CH 3014)
The new Polish Air Force standard was made by women and their families in Wilno (Vilnius) in Poland, then under the Soviet occupation, and was smuggled to Sweden by Japanese diplomats from where it eventually reached Britain in March 1941.

Mysterie in Sint-Michielsgestel: Lege graven?

Op 19 september 1944 worden gliders van leden van de Poolse parachutisten brigade naar hun landingszone gesleept op de Johannahoeve bij Oosterbeek. In glider met ‘chalknumber’ 126 zitten de piloten sergeant Ronald Osborne en sergeant Norman Whitehouse van de Glider Pilot Regiment en de Poolse geschut bemanning: Kanonnier Maśłorz en Kanonnier Nowak bij hun 6-pond antitank geschut en jeep.

Boven Brabant wordt de glider geraakt door Duits luchtafweergeschut en de glider crasht bij Sint-Michielsgestel. Alle vier de slachtoffers worden begraven op de rooms-katholieke begraafplaats. Na de oorlog – in 1946 – worden de beide Polen overgebracht naar de oorlogsbegraafplaats in Oosterbeek. De beide Britse slachtoffers blijven in Sint-Michielsgestel.

Wie vandaag de dag de begraafplaats bezoekt ziet opmerkelijk genoeg nog vier grafstenen op een rijtje. De twee graven van de glider pilots en twee grafstenen met de tekst “A SOLDIER OF THE 1939-1945 WAR | POLISH ARMY AIRBORNE 19TH SEPTEMBER 1944”. Het gaat om de eerste en tweede steen van een rijtje van vier.

Vier of zes slachtoffers?

In 2012 schreef Jos van Alphen een verhandeling over deze graven (in PDF op Polishwargraves). Zijn verslag bevat correspondentie tussen het Rode Kruis en de gemeente over de slachtoffers. Daarin duikt het aantal van zes slachtoffers op dat bij de crash zou zijn omgekomen. In een lijst met slachtoffers zien we het volgende:

Bij Maśłorz en Nowak staat ‘ herbegraven’. Dit suggereert dat de lijst is van na 1946 toen de beide lichamen zijn overgebracht naar Oosterbeek. Osborn wordt hier nog, ten onrechte, ook als Pool aangemerkt. Op deze lijst staan dus nog twee onbekende Poolse soldaten van het luchtlandingsleger. Echter volgens de logs van de vlucht waren maar vier militairen aan boord.

Verslag van 20 september 1945

De verhandeling bevat ook nog een verslag, op geschreven door een onbekende persoon een jaar na dato op 20 september 1945. Hierin staat beschreven dat de lichamen van beide Polen worden geïdentificeerd.

Daarna staat beschreven (zie afbeelding) dat “Van andere lijken werden bijgaande linkermouw-distinctieven afgenomen, welke hierbij gaan in enveloppe gemerkt Poland Airborne.” Dit zou uiteraard kunnen gaan om de beide lichamen van de gliderpilots. omdat de schrijver het hier over meervoud heeft, gaat dit in ieder geval ten minste om twee lichamen. Wat zouden we graag de inhoud van de enveloppe kennen.

Intrigerend taalgebruik in verslag

Daarna volgt hoe de Duitser te plaatste komen en papieren meenemen. Ten slotte volgt dan nog een intrigerende zin: “Onder de wrakstukken in den grond liggen zeker nog twee lijken, doch gezien den oorlogstoestand is nog niet met de uitgraving daarvan kunnen worden begonnen.”

Deze zin is om twee redenen intrigerend. Ten eerste: Zijn dit de lijken waarvan de mouwemblemen zijn afgenomen of andere lijken? Als dit andere lijken zijn, dan komt het opstelsommetje tot ten minste zes lijken. Ten tweede het taalgebruik. Dit suggereert alsof dit opgeschreven is kort na het gebeurde en niet een jaar later zoals de datering onderaan aangeeft. Je zou eerder verwachten ” ……den oorlogstoestand kon nog niet met de uitgraving daarvan worden begonnen.” Waarna dan de slotzin onderaan het verslag een logische toevoeging zou zijn dat op een later moment uit gedane opgraving bleek dat er geen stoffelijke resten meer aanwezig waren.

Het stuk vermeld verder nog hoe alle lichaamsdelen van de bemanning op 20 september 1944 op de R.K. begraafplaats na een dienst in de parochiekerk ter aarde zijn besteld. Als laatste zin bevat het stuk nog “Uit gedane opgravingen is gebleken, dat er geen lijken of resten van lichaamsdelen ter plaatse nog aanwezig zijn.”

Terug naar de vraag: vier of zes?

In zijn betoog eindigt van Alphen met de conclusie dat er niet meer dan vier personen aan boord van de glider waren waarmee het vermoeden ontstaat dat beide grafstenen in Sint-Michielsgestel een mooi aandenken zijn aan de beide daar omgekomen Polen maar dat in het graf geen resten meer liggen van Poolse para’s.

Maar net zo goed dat een fout in de informatie kan sluipen in Nederland in 1944 en 1945 zou dit ook het geval kunnen zijn geweest aan de kant van het Britse of Poolse leger. Navraag bij Commonwealth War Graves Commission leert dat zij zeker zijn dat er in de graven nog twee stoffelijke overschotten liggen.

De vraag is dan natuurlijk welke vermiste militairen dan onder de grafsteen liggen. Twee Polen die niet meer konden afwachten om de strijd aan te gaan? Zolang de graven gesloten blijven, en er geen andere informatie opduikt, zal er geen een eenduidig antwoord zijn.

Extra’s

De genoemde Jan Zając op de lijst is een lid van de Pantserdivisie. Hij overleed in het militaire hospitaal in Sint-Michielsgestel. Overigens bevat het legernummer op de lijst een typefout. Dit moet zijn V3652.

De PDF van Jos van Alphen is ook hier opgeslagen mocht bovenstaande link naar Polish Wargraves in de toekomst eventueel niet meer werken.

De trotse ‘wachtmeester’ heeft een steen met zijn naam: PLT. E Morchonowicz

Edward Morchonowicz was sergeant (Plutonowy in het Pools) van de 8e Compagnie van het 3e Bataljon van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade. Op 23 september 1944 sneuvelt hij in Oosterbeek en pas in 2022 wordt duidelijk waar hij ligt begraven op de ‘Airborne begraafplaats’. Op vrijdag 15 september wordt zijn graf officieel heringewijd.

Voor de oorlog  en de septembercampagne van 1939

In het vooroorlogse Polen was Morchonowicz sinds 1935 onderofficier in het 24e Ulanen (cavalerie) Regiment in de stad Kraśnik. In 1938 nam hij deel aan de verovering van Zaolzie, op de Tsjechen, dat sinds 1920 bezet was. In 1939 nam hij met zijn regiment deel aan gevechten tegen de Sovjets in Jordanów-Kasina Wielka, Zegartowice, Leszczyna, Pcim, Głogów-Rzeszów-Łańcut, Radymno , Jaworów, Grzybowice en verdediging van Lwów. Op 20 september 1939 stak hij de grens over en werd geïnterneerd in Hongarije.

Op oudejaarsavond van 1940 arriveerde hij in Frankrijk en werd soldaat van het 1e Squadron van de 10e Gepantserde Brigade. Zijn eenheid nam niet deel aan de Franse Campagne van april/mei 1940. Op 26 juni arriveerde hij in Engeland, waar hij soldaat werd van het 24e Ulanen Regiment (gepantserd).

Lid van de brigade

Begin 1942 solliciteerde hij bij de parachutistenbrigade. Omdat hij een zeer goede instructeur en soldaat was, weigerden zijn superieuren hem te laten gaan. Hij solliciteerde nogmaals. Ze weigeren hem opnieuw. Dus hij begint te drinken en gedraagt zich als de ergste. Daarvoor werd hij gedegradeerd tot de rang van korporaal en overgeplaatst naar het 10e Drakenbataljon. Uiteindelijk geven zijn superieuren hem eind 1942 toestemming om over te stappen naar de parachutistenbrigade.

Morchonowicz kwalificeerde zich als parachutist, para-badge nr. 2669. Binnen anderhalf jaar herwon hij de rang van Lance Sergeant en kreeg hij zeer goede beoordelingen van zijn nieuwe superieuren. Zijn vrienden van de Parabrigade herinnerden hem als een zeer opgewekt en open persoon. Zijn enige nadeel was dat hij stotterde tijdens het spreken. Dit nadeel verdween als hij zingt en hij zingt vaak en speelt accordeon.

Ooit had hij een hekel aan een nieuwkomer in zijn peloton. Andere soldaten vroegen hem: “Waarom scheld je hem uit?” Hij antwoordde: “Omdat hij mij bespotte”. Ze zeiden tegen hem: “Hij bespotte je niet, hij stotterde ook”. Vanaf dit moment werden ze vrienden.

De trotse Wachmistrz

Hij werd ook herinnerd als een trotse cavalerieman. Hij probeert zich te kleden als een cavalerist en draagt een broek en laarzen voor een expeditieruiter in plaats van een gevechtsbroek en munitielaarzen. De soldaten die hij kende van zijn cavalerie-eenheid in Polen zeiden altijd: ‘Je bent geen schutter, je bent een parachute-uhlan.’ Over hemzelf “Ik ben geen sergeant, ik ben parachute Wachmistrz (sergeant in de Poolse cavalerie, afgeleid van het Duitse Wachtmeister, in het Nederlands wachtmeester)”.

In Driel en Oosterbeek

Hij werd op 21 september in Driel gedropt vanuit Dakota met krijtnummer 75. In de nacht van 22 op 23 september stak hij met zijn 8ste compagnie de Rijn over in drie rubberboten, twee 2-persoons en één 4-persoons, “geleend” op het vliegveld van Amerikanen. 36 van hen staken die nacht de rivier over.

Op de ochtend van de 23e namen ze posities in bij de vijver bij het kruispunt van de Benedendorpsweg en de Kneppelhoutweg. Na de ochtendbeschietingen werd hij dood aangetroffen, met splinterwonden. Hij was het eerste slachtoffer van soldaten die de Rijn overstaken. Hij werd door zijn kameraden 70 meter achter posities begraven, zoals vermeld in het rapport over zijn dood. Hoewel hij in 1945 door de Britse autoriteiten werd geïdentificeerd, had hij tot 2022 geen bekend graf.

Herinwijding

Volgens onderzoek op basis van Poolse en Britse militaire en CWGC-documenten werd hij als onbekende Poolse soldaat begraven in graf 18.A.1 op de Oorlogsbegraafplaats van Oosterbeek. Postuum werd hem het Cross of Valor toegekend.

De grafsteen op graf 18.A.1 is in de zomer van 2022 veranderd van ‘onbekende Poolse soldaat’ naar die met zijn naam en gegevens.

PLT.
E MORCHONOWICZ
3 BAON SPAD
23RD SEPTEMBER 1944 AGE 28

Op vrijdag 15 september 2023 vind een herinwijdingsceremonie plaats. Details in het weekprogramma van de stichting vind u hieronder:

Tekst gebaseerd op de input van Mateusz Mroz. Zijn onderzoek was essentieel in het leggen van de link tussen de stoffelijke resten in graf 18.A.1 en Edward Morchonowicz zoals hij eerder hetzelfde deed voor Edward Trochim. Meer over deze en andere Poolse oorlogsgraven in Nederland vind u op poolseoorlogsgraven.nl.

Foto van veldgraf via Mroz, overige foto's Poolseoorlogsgraven.nl

Na 78 jaar een naam op de grafsteen: PLT. E Morchonowicz

Sergeant (Plutonowy in het Pools) Edward Morchonowicz van de 8e Compagnie van het 3e Bataljon van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade. In het vooroorlogse Polen was hij sinds 1935 onderofficier in het 24e Ulanen (cavalerie) Regiment in de stad Kraśnik.

Voor de oorlog  en de septembercampagne van 1939

In 1938 nam hij deel aan de verovering van Zaolzie, op de Tsjechen, dat sinds 1920 bezet was. In 1939 nam hij met zijn regiment deel aan gevechten tegen de Sovjets in Jordanów-Kasina Wielka, Zegartowice, Leszczyna, Pcim, Głogów-Rzeszów-Łańcut, Radymno , Jaworów, Grzybowice en verdediging van Lwów. Op 20 september 1939 stak hij de grens over en werd geïnterneerd in Hongarije.

Op oudejaarsavond van 1940 arriveerde hij in Frankrijk en werd soldaat van het 1e Squadron van de 10e Gepantserde Brigade. Zijn eenheid nam niet deel aan de Franse Campagne van april/mei 1940. Op 26 juni arriveerde hij in Engeland, waar hij soldaat werd van het 24e Ulanen Regiment (gepantserd).

Lid van de brigade

Begin 1942 solliciteerde hij bij de parachutistenbrigade. Omdat hij een zeer goede instructeur en soldaat was, weigerden zijn superieuren hem te laten gaan. Hij solliciteerde nogmaals. Ze weigeren hem opnieuw. Dus hij begint te drinken en gedraagt zich als de ergste. Daarvoor werd hij gedegradeerd tot de rang van korporaal en overgeplaatst naar het 10e Drakenbataljon. Uiteindelijk geven zijn superieuren hem eind 1942 toestemming om over te stappen naar de parachutistenbrigade.

Morchonowicz kwalificeerde zich als parachutist, para-badge nr. 2669. Binnen anderhalf jaar herwon hij de rang van Lance Sergeant en kreeg hij zeer goede beoordelingen van zijn nieuwe superieuren. Zijn vrienden van de Parabrigade herinnerden hem als een zeer opgewekt en open persoon. Zijn enige nadeel was dat hij stotterde tijdens het spreken. Dit nadeel verdween als hij zingt en hij zingt vaak en speelt accordeon.

Ooit had hij een hekel aan een nieuwkomer in zijn peloton. Andere soldaten vroegen hem: “Waarom scheld je hem uit?” Hij antwoordde: “Omdat hij mij bespotte”. Ze zeiden tegen hem: “Hij bespotte je niet, hij stotterde ook”. Vanaf dit moment werden ze vrienden.

De trotse Wachmistrz

Hij werd ook herinnerd als een trotse cavalerieman. Hij probeert zich te kleden als een cavalerist en draagt een broek en laarzen voor een expeditieruiter in plaats van een gevechtsbroek en munitielaarzen. De soldaten die hij kende van zijn cavalerie-eenheid in Polen zeiden altijd: ‘Je bent geen schutter, je bent een parachute-uhlan.’ Over hemzelf “Ik ben geen sergeant, ik ben parachute Wachmistrz (sergeant in de Poolse cavalerie, afgeleid van het Duitse Wachtmeister, in het Nederlands wachtmeester)”.

In Driel en Oosterbeek

Hij werd op 21 september in Driel gedropt vanuit Dakota met krijtnummer 75. In de nacht van 22 op 23 september stak hij met zijn 8ste compagnie de Rijn over in drie rubberboten, twee 2-persoons en één 4-persoons, “geleend” op het vliegveld van Amerikanen. 36 van hen staken die nacht de rivier over.

Op de ochtend van de 23e namen ze posities in bij de vijver bij het kruispunt van de Benedendorpsweg en de Kneppelhoutweg. Na de ochtendbeschietingen werd hij dood aangetroffen, met splinterwonden. Hij was het eerste slachtoffer van soldaten die de Rijn overstaken. Hij werd door zijn kameraden 70 meter achter posities begraven, zoals vermeld in het rapport over zijn dood. Hoewel hij in 1945 door de Britse autoriteiten werd geïdentificeerd, had hij tot 2022 geen bekend graf.

Herinwijding

Volgens onderzoek op basis van Poolse en Britse militaire en CWGC-documenten werd hij als onbekende Poolse soldaat begraven in graf 18.A.1 op de Oorlogsbegraafplaats van Oosterbeek. Postuum werd hem het Cross of Valor toegekend.

De grafsteen op graf 18.A.1 is in de zomer van 2022 veranderd van ‘onbekende Poolse soldaat’ naar die met zijn naam en gegevens.

PLT.
E MORCHONOWICZ
3 BAON SPAD
23RD SEPTEMBER 1944 AGE 28

Op vrijdag 15 september 2023 vond een herinwijdingsceremonie plaats.

Tekst, portret en fotoveldgraf via Mateusz Mroz. Zijn onderzoek resulteerde in de herinwijding van het graf op de ‘Airborne begraafplaats’ in Oosterbeek. Herinwijding foto’s via Stichting Driel-Polen.

Graf korporaal Trochim gezegend

Op vrijdagmiddag 17 september is op de Airborne begraafplaats het graf van Edward Trochim gezegend. Na 77 in een anoniem graf is nu zijn laatste rustplaats bekend. Dit dankzij onderzoek van amateurhistoricus Mateusz Mroz.

De bijeenkomst, verzorgd door de Poolse ambassade, begon met de opkomst van de Vaandelwacht. Dit is het vaandel van parachutistenbrigade die de naam draagt van generaal Sosabowski. Na het zingen van het volkslied door deze militairen sprak de Poolse ambassadeur de aanwezigen toe. Tot grote verrassing van Morz ontving hij uit handen van de ambassadeur een eremedaille van het Poolse leger.

Emoties bij Mroz

Daarnaast mocht de duidelijk geëmotioneerde Mroz de mensen toespreken. Hij verhaalde van zijn onderzoek dat ruim 15 jaar duurde en sprak de verwachting uit dat hij nog meer Poolse militairen een naam kan geven of zelfs nog vermiste militairen zal weten op te sporen in hun veldgraf in en rond Oosterbeek. Mroz vertelde dat Trochim voor de oorlog met zijn broer en vader naar Frankrijk trok en dat zijn moeder alleen achter bleef in Polen. Ook zijn vader en broer overleefde de oorlog niet.

Trochims moeder overleed zonder te weten wat met haar zoon was gebeurd en ze is altijd naar hem blijven uitkijken. Om moeder en zoon bij elkaar te brengen had Mroz wat aarde van haar graf meegenomen uit Polen. Dit heeft hij uitgestrooid op het graf van Trochim. Ook heeft Mroz nu aarde van het graf in Oosterbeek meegenomen. Dit strooit hij binnenkort uit op het graf van de moeder.

Na deze toespraak werd het graf gezegde door militaire geestelijken waarna een kranslegging volgde.

De trotse Mateusz Mroz bij het graf van Edward Trochim

Tadeusz Micikiuk begraven in Newcastle

Terwijl we hard werken aan de techniek en vormgeving hebben we een klein resultaatje geboekt.

Op 20 september pleegde een van de Poolse militairen, Tadeusz Micikiuk, op het vliegveld zelfmoord toen het vertrek naar Nederland werd uitgesteld. Omdat hij niet omkwam in Nederland wordt hij niet vermeld op MarketGarden.com. Toch kan ook hij gezien worden als een direct slachtoffer van de operatie.

Op de versies van de ‘Roll of Honour’ die we kregen is hij (nog) niet opgenomen en bij de informatie die we kregen staat dat de locatie van zijn graf onbekend is. Niets is minder waar. Hij ligt begraven in Newcastle. Weliswaar niet gesneuveld of begraven in Nederland maar toch bijvangst van dit project ide we uiteraard met de Stichting Driel Polen hebben gedeeld.

We kamen de locatie op het spoor dankzij een publicatie in Military Physician, een kwartaal uitgave van Section of Military Physicians at the Polish Medical Society. Hierin worden vier slachtoffers beschreven, Micikiuk die dus zelfmoord pleegde in het VK, korporaal Tomasz Barkiet die zelfmoord pleegde aan de oever van de Rijn en nog twee die met mentale klachten werden opgenomen. Zie pag 87 en 88 van deze publicatie.

Voor het verhaal over die 20ste september lees: https://www.poleninbeeld.nl/…/20-september-1944…/