Twee Lancasters boven Nederland neergeschoten in één nacht

In de nacht van 12 op 13 juni 1944 vertrekken acht Lancasters van het Poolse 300 Squadron vanaf vliegbasis Faldingworth op een missie naar Gelsenkirchen. In totaal vertrekken 286 bommenwerpers voor deze missie. Zeventien keren die nacht niet terug waarvan drie van het 300 Squadron. Twee van de Lancasters worden boven Nederland neergeschoten. Van de 14 bemanningsleden overleeft er slechts een de crash.

Bommenrichter Morski uit de Lancaster BH – C wordt gevangen genomen. Boordwerktuigkundige Bladowski spoelt aan bij Wijdenes en wordt daar begraven en later overgebracht naar Breda. De andere bemanningsleden worden bij de berging van het vliegtuig in mei 2003 geborgen en worden in Breda begraven in een gezamenlijk graf.

Van Lancaster BH – K raakt radio operator Pacula vermist. De andere bemanningsleden worden in de loop van 1944 gevonden. Van hen ligt boordwerktuigkundige Szeliga ligt begraven in Elburg. Drie bemanningsleden, staartschutter Bardzo, piloot Różański en koepelschutter Wróblewski, vonden eerst een graf in Urk maar werden later herbegraven in Amersfoort waar ook bommenrichter Bakun en navigator Hahn begraven liggen. De foto bij dit bericht toont de crew van Różański in juni 1944, kort voordat ze omkomen.

Over het 300 Squadron: “Ziemi Mazowieckiej”

Op 28 juni 1940 stuurde het Britse Air Ministry een telegram naar de 6th Bomb Group met het bevel om het eerste Poolse bommenwerpersquadron nr. 300 te vormen. Dit startte met de eenmotorige Fairey Battle.  Later in de oorlog stapten ze eerst over op de tweemotorige Wellington en ten slotte op de viermotorige Lancaster.

300 Squadron voerde 3.891 missies uit, waaronder 684 gevechtsmissies, waarbij 10.712 ton bommen werd afgeworpen. 15 Duitse vliegtuigen werden vernietigd of beschadigd tijdens de gevechten, met 79 eigen verliezen. 371 piloten kwamen om en 87 werden gevangengenomen. Het squadron werd ontbonden op 2 januari 1947. Van de 371 slachtoffers liggen er 44 begraven in Nederland.

Embleem 300 Squadron
Embleem 300 Squadron

Rózanski en zijn bemanning

Via de site van Bomber Command Museum of Canada is een uitgebreide geschiedenis te vinden van het squadron. Daarin staat ook een passage over deze beide bommenwerpers:

“LL807 was brought down by flak at the Dutch coast, probably from Texel, while outbound, and crashed into the Ijsselmeer with no survivors from the crew of F/L Rozanski. DV286 was on its way home when it was intercepted by a night fighter, and also crashed into the Ijsselmeer, killing F/S Rembecki and all but one of his crew. The bomb-aimer, P/O Morski, managed to drop through the escape hatch underneath him, and parachute to safety, and he was rescued by two Dutch fishermen, before being handed over to the Germans.” (pag 180).

Op pagina 178 en 179 zijn foto’s te vinden van het vliegtuig en de bemanning.

Meer informatie over de beide vliegtuigen

De site Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 schrijft over de crash van DV286 het volgende:

“Lancaster DV286 vertrok om 23:20 uur vanaf RAF Faldingworth voor een bombardement op de Nordstern-fabriek voor synthetische olie in Gelsenkirchen in Duitsland. Op weg naar huis, terwijl het de Nederlandse kust overstak, stortte het in brand neer nadat het was onderschept door nachtjagerpiloot Leutnant Gottfried Hanneck van 6./NJG 1, die was opgestegen vanaf vliegveld Deelen in een Bf 110G-4. Piloot P/O. B.F. Morski werd gered door twee Nederlandse vissers en later overgebracht naar een Duits marineschip. Boordwerktuigkundige Sgt. F.S. Bladowski spoelde aan bij Wijdenes. Het vliegtuig is in mei 2003 geborgen en de bemanningsleden zijn hierna begraven in Breda op 25 oktober 2003.”

Bladowski werd op 17 juni 1944 begraven in Wijdenes en is eerder moment overgebracht van Wijdenes naar Breda en ligt daar in een eigen graf. De vijf in in 2003 geborgen bemanningsleden liggen in een gezamenlijk graf.

Het blijkt bij verder zoeken op internet dat de Stichting Aircraft Recovery Group zich heeft ingezet voor de berging van de slachtoffers. Op hun website staat een relaas van de zoektocht en foto’s van de berging.

Sinds 2007 staat er op de Zuiderdijk 41 in Wijdenes een monument ter nagedachtenis aan de bemanning van deze Lancaster.

Bronnen

De PDF van Bomber Command Museum of Canada is ook op onze site te raadplegen mocht bovenstaande link (op termijn) niet meer werken.

Via de site van het IWM zijn meerdere foto’s te vinden van het squadron en de bemanningen. De foto’s bij dit artikel zijn van deze bron.

Hieronder een Wellington van het squadron die wel terugkeerde op de basis.

De trotse ‘wachtmeester’ heeft een steen met zijn naam: PLT. E Morchonowicz

Edward Morchonowicz was sergeant (Plutonowy in het Pools) van de 8e Compagnie van het 3e Bataljon van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade. Op 23 september 1944 sneuvelt hij in Oosterbeek en pas in 2022 wordt duidelijk waar hij ligt begraven op de ‘Airborne begraafplaats’. Op vrijdag 15 september wordt zijn graf officieel heringewijd.

Voor de oorlog  en de septembercampagne van 1939

In het vooroorlogse Polen was Morchonowicz sinds 1935 onderofficier in het 24e Ulanen (cavalerie) Regiment in de stad Kraśnik. In 1938 nam hij deel aan de verovering van Zaolzie, op de Tsjechen, dat sinds 1920 bezet was. In 1939 nam hij met zijn regiment deel aan gevechten tegen de Sovjets in Jordanów-Kasina Wielka, Zegartowice, Leszczyna, Pcim, Głogów-Rzeszów-Łańcut, Radymno , Jaworów, Grzybowice en verdediging van Lwów. Op 20 september 1939 stak hij de grens over en werd geïnterneerd in Hongarije.

Op oudejaarsavond van 1940 arriveerde hij in Frankrijk en werd soldaat van het 1e Squadron van de 10e Gepantserde Brigade. Zijn eenheid nam niet deel aan de Franse Campagne van april/mei 1940. Op 26 juni arriveerde hij in Engeland, waar hij soldaat werd van het 24e Ulanen Regiment (gepantserd).

Lid van de brigade

Begin 1942 solliciteerde hij bij de parachutistenbrigade. Omdat hij een zeer goede instructeur en soldaat was, weigerden zijn superieuren hem te laten gaan. Hij solliciteerde nogmaals. Ze weigeren hem opnieuw. Dus hij begint te drinken en gedraagt zich als de ergste. Daarvoor werd hij gedegradeerd tot de rang van korporaal en overgeplaatst naar het 10e Drakenbataljon. Uiteindelijk geven zijn superieuren hem eind 1942 toestemming om over te stappen naar de parachutistenbrigade.

Morchonowicz kwalificeerde zich als parachutist, para-badge nr. 2669. Binnen anderhalf jaar herwon hij de rang van Lance Sergeant en kreeg hij zeer goede beoordelingen van zijn nieuwe superieuren. Zijn vrienden van de Parabrigade herinnerden hem als een zeer opgewekt en open persoon. Zijn enige nadeel was dat hij stotterde tijdens het spreken. Dit nadeel verdween als hij zingt en hij zingt vaak en speelt accordeon.

Ooit had hij een hekel aan een nieuwkomer in zijn peloton. Andere soldaten vroegen hem: “Waarom scheld je hem uit?” Hij antwoordde: “Omdat hij mij bespotte”. Ze zeiden tegen hem: “Hij bespotte je niet, hij stotterde ook”. Vanaf dit moment werden ze vrienden.

De trotse Wachmistrz

Hij werd ook herinnerd als een trotse cavalerieman. Hij probeert zich te kleden als een cavalerist en draagt een broek en laarzen voor een expeditieruiter in plaats van een gevechtsbroek en munitielaarzen. De soldaten die hij kende van zijn cavalerie-eenheid in Polen zeiden altijd: ‘Je bent geen schutter, je bent een parachute-uhlan.’ Over hemzelf “Ik ben geen sergeant, ik ben parachute Wachmistrz (sergeant in de Poolse cavalerie, afgeleid van het Duitse Wachtmeister, in het Nederlands wachtmeester)”.

In Driel en Oosterbeek

Hij werd op 21 september in Driel gedropt vanuit Dakota met krijtnummer 75. In de nacht van 22 op 23 september stak hij met zijn 8ste compagnie de Rijn over in drie rubberboten, twee 2-persoons en één 4-persoons, “geleend” op het vliegveld van Amerikanen. 36 van hen staken die nacht de rivier over.

Op de ochtend van de 23e namen ze posities in bij de vijver bij het kruispunt van de Benedendorpsweg en de Kneppelhoutweg. Na de ochtendbeschietingen werd hij dood aangetroffen, met splinterwonden. Hij was het eerste slachtoffer van soldaten die de Rijn overstaken. Hij werd door zijn kameraden 70 meter achter posities begraven, zoals vermeld in het rapport over zijn dood. Hoewel hij in 1945 door de Britse autoriteiten werd geïdentificeerd, had hij tot 2022 geen bekend graf.

Herinwijding

Volgens onderzoek op basis van Poolse en Britse militaire en CWGC-documenten werd hij als onbekende Poolse soldaat begraven in graf 18.A.1 op de Oorlogsbegraafplaats van Oosterbeek. Postuum werd hem het Cross of Valor toegekend.

De grafsteen op graf 18.A.1 is in de zomer van 2022 veranderd van ‘onbekende Poolse soldaat’ naar die met zijn naam en gegevens.

PLT.
E MORCHONOWICZ
3 BAON SPAD
23RD SEPTEMBER 1944 AGE 28

Op vrijdag 15 september 2023 vind een herinwijdingsceremonie plaats. Details in het weekprogramma van de stichting vind u hieronder:

Tekst gebaseerd op de input van Mateusz Mroz. Zijn onderzoek was essentieel in het leggen van de link tussen de stoffelijke resten in graf 18.A.1 en Edward Morchonowicz zoals hij eerder hetzelfde deed voor Edward Trochim. Meer over deze en andere Poolse oorlogsgraven in Nederland vind u op poolseoorlogsgraven.nl.

Foto van veldgraf via Mroz, overige foto's Poolseoorlogsgraven.nl

Na 78 jaar een naam op de grafsteen: PLT. E Morchonowicz

Sergeant (Plutonowy in het Pools) Edward Morchonowicz van de 8e Compagnie van het 3e Bataljon van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade. In het vooroorlogse Polen was hij sinds 1935 onderofficier in het 24e Ulanen (cavalerie) Regiment in de stad Kraśnik.

Voor de oorlog  en de septembercampagne van 1939

In 1938 nam hij deel aan de verovering van Zaolzie, op de Tsjechen, dat sinds 1920 bezet was. In 1939 nam hij met zijn regiment deel aan gevechten tegen de Sovjets in Jordanów-Kasina Wielka, Zegartowice, Leszczyna, Pcim, Głogów-Rzeszów-Łańcut, Radymno , Jaworów, Grzybowice en verdediging van Lwów. Op 20 september 1939 stak hij de grens over en werd geïnterneerd in Hongarije.

Op oudejaarsavond van 1940 arriveerde hij in Frankrijk en werd soldaat van het 1e Squadron van de 10e Gepantserde Brigade. Zijn eenheid nam niet deel aan de Franse Campagne van april/mei 1940. Op 26 juni arriveerde hij in Engeland, waar hij soldaat werd van het 24e Ulanen Regiment (gepantserd).

Lid van de brigade

Begin 1942 solliciteerde hij bij de parachutistenbrigade. Omdat hij een zeer goede instructeur en soldaat was, weigerden zijn superieuren hem te laten gaan. Hij solliciteerde nogmaals. Ze weigeren hem opnieuw. Dus hij begint te drinken en gedraagt zich als de ergste. Daarvoor werd hij gedegradeerd tot de rang van korporaal en overgeplaatst naar het 10e Drakenbataljon. Uiteindelijk geven zijn superieuren hem eind 1942 toestemming om over te stappen naar de parachutistenbrigade.

Morchonowicz kwalificeerde zich als parachutist, para-badge nr. 2669. Binnen anderhalf jaar herwon hij de rang van Lance Sergeant en kreeg hij zeer goede beoordelingen van zijn nieuwe superieuren. Zijn vrienden van de Parabrigade herinnerden hem als een zeer opgewekt en open persoon. Zijn enige nadeel was dat hij stotterde tijdens het spreken. Dit nadeel verdween als hij zingt en hij zingt vaak en speelt accordeon.

Ooit had hij een hekel aan een nieuwkomer in zijn peloton. Andere soldaten vroegen hem: “Waarom scheld je hem uit?” Hij antwoordde: “Omdat hij mij bespotte”. Ze zeiden tegen hem: “Hij bespotte je niet, hij stotterde ook”. Vanaf dit moment werden ze vrienden.

De trotse Wachmistrz

Hij werd ook herinnerd als een trotse cavalerieman. Hij probeert zich te kleden als een cavalerist en draagt een broek en laarzen voor een expeditieruiter in plaats van een gevechtsbroek en munitielaarzen. De soldaten die hij kende van zijn cavalerie-eenheid in Polen zeiden altijd: ‘Je bent geen schutter, je bent een parachute-uhlan.’ Over hemzelf “Ik ben geen sergeant, ik ben parachute Wachmistrz (sergeant in de Poolse cavalerie, afgeleid van het Duitse Wachtmeister, in het Nederlands wachtmeester)”.

In Driel en Oosterbeek

Hij werd op 21 september in Driel gedropt vanuit Dakota met krijtnummer 75. In de nacht van 22 op 23 september stak hij met zijn 8ste compagnie de Rijn over in drie rubberboten, twee 2-persoons en één 4-persoons, “geleend” op het vliegveld van Amerikanen. 36 van hen staken die nacht de rivier over.

Op de ochtend van de 23e namen ze posities in bij de vijver bij het kruispunt van de Benedendorpsweg en de Kneppelhoutweg. Na de ochtendbeschietingen werd hij dood aangetroffen, met splinterwonden. Hij was het eerste slachtoffer van soldaten die de Rijn overstaken. Hij werd door zijn kameraden 70 meter achter posities begraven, zoals vermeld in het rapport over zijn dood. Hoewel hij in 1945 door de Britse autoriteiten werd geïdentificeerd, had hij tot 2022 geen bekend graf.

Herinwijding

Volgens onderzoek op basis van Poolse en Britse militaire en CWGC-documenten werd hij als onbekende Poolse soldaat begraven in graf 18.A.1 op de Oorlogsbegraafplaats van Oosterbeek. Postuum werd hem het Cross of Valor toegekend.

De grafsteen op graf 18.A.1 is in de zomer van 2022 veranderd van ‘onbekende Poolse soldaat’ naar die met zijn naam en gegevens.

PLT.
E MORCHONOWICZ
3 BAON SPAD
23RD SEPTEMBER 1944 AGE 28

Op vrijdag 15 september 2023 vond een herinwijdingsceremonie plaats.

Tekst, portret en fotoveldgraf via Mateusz Mroz. Zijn onderzoek resulteerde in de herinwijding van het graf op de ‘Airborne begraafplaats’ in Oosterbeek. Herinwijding foto’s via Stichting Driel-Polen.

Allerheiligen: Kaarsjes bij Poolse oorlogsgraven

Op 1 november – Allerheiligen – gaan de Polen massaal naar begraafplaatsen om een kaarsje te plaatsen bij graven van hun naasten. In Nederland betekent dit dat op die dag vaak ook lichtjes branden bij de graven van de Polen die streden voor onze vrijheid.

Bij dit bericht foto’s die gemaakt zijn op de oorlogsbegraafplaats in Oosterbeek waar bij alle Poolse graven een of meerdere lichtjes stonden. Het blijft een indrukwekkend gezicht.

Toegankelijkheid Poolse graven Oosterbeek verbeterd

Op de oorlogsbegraafplaats in Oosterbeek liggen de Polen begraven die sneuvelden in september 1944. De Polen die eerst in Driel begraven lagen bij de kerk of in hun veldgraf zijn in 1947 ook hier begraven. Zij liggen aan de achterkant in een rij links en rechts van de ingang. Ze maar gerust wat achteraf en vaak gemist op het moment dat je het kerkhof oploopt.

De beheerder van de begraafplaats heeft dit nu aanpast. Zo is het nu mogelijk om direct na de ingang links en rechtsaf te slaan en is de ruimte achter de beide gebouwtjes die daar staan nu meer open. Daardoor vallen de graven meer op. Ook is het grasveld daar nu voorzien van een hard ondergrond. dit omdat deze plek onder de bomen vaak was nat is zoals ook goed te zien is aan de groene aanslag op de graven zelf.

Hieronder nog twee foto’s en korte videoimpressie die we maakten op deze zonovergoten dag.

Videoimpressie van deze graven. Uiteraard liggen er tussen de andere graven, overwegend aan de zuidkant van het veld, nog meer Polen begraven.

Lichtjes op Poolse graven

Het zal u mogelijk opvallen als u Poose oorlogsgraven bezoekt dat heel vaak een kaarsje brand op het graf. Of dat er een inmiddels uitgebrand lichtje bijstaat. Zo ook de foto van het graf van Bankowski op Jonkerbos bij Nijmegen (zie foto) Dit heeft natuurlijk te maken met de overwegend katholieke achtergrond van de Polen. Het branden van een kaarsje is daar heel gebruikelijk en dat zie je in Nederland terug bij de Poolse graven.

De katholieke feestdag ‘Aller Heiligen’ is een belangrijke feestdag voor veel Polen. Een traditie op deze dag is om een kaarsje op te steken op het graf van een dierbare. In Polen betekent dit dat het op de avond van Aller Heiligen heel druk is op begraafplaatsen. Bovendien reizen veel Polen af naar hun geboortedorp.

Dat betekent dat op die dagen bij nagenoeg alle graven wel kaarsen branden en ook dit zien we steeds meer terug in Nederland. Wees niet verbaasd als u op de avond van 1 november opeens bij alle Poolse graven lichtjes ziet branden. Zo gaan nazaten, immigranten en andere betrokken op deze dag naar de Poolse graven in Nederland om daar een lichtje op te steken.

Bijvoorbeeld op de graven bij de bevrijders die vochten bij Oosterbeek en Driel en die liggen op de oorlogsbegraafplaats van Oosterbeek. Gelegen in de bossen creëert dit een hele aparte ervaring.

Onze tip is om tegen het vallen van de avond langs te gaan bij een van de begraafplaatsen bij u in de buurt om dit te aanschouwen.

Graf korporaal Trochim gezegend

Op vrijdagmiddag 17 september is op de Airborne begraafplaats het graf van Edward Trochim gezegend. Na 77 in een anoniem graf is nu zijn laatste rustplaats bekend. Dit dankzij onderzoek van amateurhistoricus Mateusz Mroz.

De bijeenkomst, verzorgd door de Poolse ambassade, begon met de opkomst van de Vaandelwacht. Dit is het vaandel van parachutistenbrigade die de naam draagt van generaal Sosabowski. Na het zingen van het volkslied door deze militairen sprak de Poolse ambassadeur de aanwezigen toe. Tot grote verrassing van Morz ontving hij uit handen van de ambassadeur een eremedaille van het Poolse leger.

Emoties bij Mroz

Daarnaast mocht de duidelijk geëmotioneerde Mroz de mensen toespreken. Hij verhaalde van zijn onderzoek dat ruim 15 jaar duurde en sprak de verwachting uit dat hij nog meer Poolse militairen een naam kan geven of zelfs nog vermiste militairen zal weten op te sporen in hun veldgraf in en rond Oosterbeek. Mroz vertelde dat Trochim voor de oorlog met zijn broer en vader naar Frankrijk trok en dat zijn moeder alleen achter bleef in Polen. Ook zijn vader en broer overleefde de oorlog niet.

Trochims moeder overleed zonder te weten wat met haar zoon was gebeurd en ze is altijd naar hem blijven uitkijken. Om moeder en zoon bij elkaar te brengen had Mroz wat aarde van haar graf meegenomen uit Polen. Dit heeft hij uitgestrooid op het graf van Trochim. Ook heeft Mroz nu aarde van het graf in Oosterbeek meegenomen. Dit strooit hij binnenkort uit op het graf van de moeder.

Na deze toespraak werd het graf gezegde door militaire geestelijken waarna een kranslegging volgde.

De trotse Mateusz Mroz bij het graf van Edward Trochim

We zijn ‘live’ – 16 september, de Polen in Zeeuws-Vlaanderen

Het is zo ver. De site ‘Poolseoorlogsgraven’ is een feit. Op datum dat in 1944 de eerste Poolse bevrijders van de Pantserdivisie Generaal Maczek sneuvelde in Zeeuws-Vlaanderen zetten we onze nieuwe website live. Wel werken we ‘achter de schermen’ nog hard verder om de site nog beter te maken’.

16 september 1944 staken de Pools troepen de Nederlandse grens over.

Een van de eerste die sneuvelden was Jan Gąsiorowski. Hij kwam om bij Fort Ferdinand en werd begraven op de burgerbegraafplaats in Koewacht. Vandaag is zijn graf daar nog steeds te vinden.

© Polish Wargraves

Dezelfde dag verloor de divisie ook Bronisław Bucholz, twee dagen voor zijn 20ste verjaardag. Hij werd begraven in Zuiddorpe.

© Polish Wargraves

Van de meer dan 500 Polen die hun laatste rustplaats vonden in Nederland, zijn er van ruim 150 de namen nu opgenomen op deze website en dit aantal gaat groeien. Op dit moment kunt u in ieder geval de gesneuvelden vind van de pantserdivisie die omkwamen in Zeeuws-Vlaanderen en van de parachutistenbrigade die in september 1944 sneuvelden bij de inzet van operatie Market Garden.

Tadeusz Micikiuk begraven in Newcastle

Terwijl we hard werken aan de techniek en vormgeving hebben we een klein resultaatje geboekt.

Op 20 september pleegde een van de Poolse militairen, Tadeusz Micikiuk, op het vliegveld zelfmoord toen het vertrek naar Nederland werd uitgesteld. Omdat hij niet omkwam in Nederland wordt hij niet vermeld op MarketGarden.com. Toch kan ook hij gezien worden als een direct slachtoffer van de operatie.

Op de versies van de ‘Roll of Honour’ die we kregen is hij (nog) niet opgenomen en bij de informatie die we kregen staat dat de locatie van zijn graf onbekend is. Niets is minder waar. Hij ligt begraven in Newcastle. Weliswaar niet gesneuveld of begraven in Nederland maar toch bijvangst van dit project ide we uiteraard met de Stichting Driel Polen hebben gedeeld.

We kamen de locatie op het spoor dankzij een publicatie in Military Physician, een kwartaal uitgave van Section of Military Physicians at the Polish Medical Society. Hierin worden vier slachtoffers beschreven, Micikiuk die dus zelfmoord pleegde in het VK, korporaal Tomasz Barkiet die zelfmoord pleegde aan de oever van de Rijn en nog twee die met mentale klachten werden opgenomen. Zie pag 87 en 88 van deze publicatie.

Voor het verhaal over die 20ste september lees: https://www.poleninbeeld.nl/…/20-september-1944…/

Over deze blog

De belangrijkste verhalen op deze website koppelen we aan de slachtoffers en hun graven en zijn op ‘hun’ individuele pagina te vinden.

Deze blog gebruiken we voor overige verhalen die te maken hebben met de Poolse bijdrage om Nazi- Duitsland te verslaan en Nederland te bevrijden.

Op Polen in Beeld zijn ook nog veel verhalen terug te lezen die we publiceerden voordat deze site het licht zag. Die blogs zijn getagt met #Bevrijding, Tweede Wereldoorlog, #Driel44 en #Breda44.