Herdenking Driel: Inzet voor vrijheid blijft actueel en verdient altijd erkenning

Op zaterdag 21 september werd in Driel de inzet van de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade herdacht. Behalve dat het op de dag (en bijna tijdstip) exact 80 jaar geleden was dat de Polen bij Driel landde werd het in meerdere opzichten een indrukwekkende herdenking.

Erkenning voor inzet

De eerste spreker was scheidend voorzitter Arno Baltussen. Na het eerherstel van de Brigade en Generaal Sosabowski in Nederland in 2006 zet hij zich al jaren in voor officieel excuus van de Britse regering. Immers kort na de Operatie Market Garden kreeg generaal Sosabowski de schuld van het niet slagen van de operatie. In bredere zin liet de Britse regering de Polen na de oorlog aan hun lot over en mochten ze als een van de weinige geallieerden niet meedoen aan de overwinningsparade in London in de zomer van 1946.

In een bij vlagen emotioneel betoog riep de heer Baltussen de Britse premier Keir Starmer op om dit onrecht ongedaan te maken. Het is in de woorden van scheidend voorzitter Baltussen nog niet te laat nu er nog een veteraan in leven is, Bolek Ostrowski (105) in Toronto, Canada.

Hij (Bolek) benadrukte dat het altijd waard is om te vechten voor de anders vrijheid. En hij zou het zo weer doen. Het is het waard om te vechten voor andermans vrijheid ook als je het zelf niet hebt ervaren.

Die waarde van vrijheid wilden wij in Driel omarmen. […]

Tot op de dag van vandaag heeft de Britse regering de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade niet officieel erkend.

Inzet voor vrijheid verdient altijd erkenning en waardering. Inzet voor vrijheid is altijd goed en kan nooit worden bestempeld als “schuldig aan verlies”. Inzet voor vrijheid is altijd winst.

Dit is ook wat de Britse veteranen die in Arnhem vochten altijd hebben gezegd. Als teken van hun dankbaarheid sponsorden zij een monument en plaquette op het Polenplein in Driel, ter ere van generaal Sosabowski.

Op deze manier hebben zij hun erkenning al laten blijken, maar de formele erkenning van de Britse regering zou ook zeer op prijs worden gesteld.

Inzet voor vrijheid moet gepaard gaan met erkenning. Erkenning drukt waardering en aandacht uit en leidt uiteindelijk tot motivatie. Dit zijn we verschuldigd aan Bolek en alle veteranen die voor onze vrijheid hebben gevochten – om generaties te motiveren in hun voetsporen te treden en zich in te zetten voor vrijheid. Vrijheid bestaat alleen als iedereen zijn plicht vervult om zich in te zetten voor vrijheid. […]

Daarom herhaal ik mijn oproep aan de Britse premier: […] Het eerherstel kan nog plaatsvinden zolang Bolek onder ons is. Gezien Boleks leeftijd is er geen tijd te verliezen. Er is nog steeds kans om de laatste Poolse veteraan in de ogen te kijken en die veelbetekenende woorden te zeggen:

“Dank je, dank dat jullie voor onze vrijheid hebben gevochten.”.

Met dit pleidooi zette Arno Baltussen kracht bij aan de brief met deze oproep die de Britse premier eerder al ontving van de stichting in samenwerking met de burgemeesters uit de Airborne Region.

Burgemeester Patricia Hoytink-Roubos

Wat wordt onze inzet?

Een van die burgemeesters, burgemeester Patricia Hoytink-Roubos van Overbetuwe vertelde twee persoonlijke verhalen van Poolse militairen, Jozef Pietryga en Bazyli Lincewicz. Ze riep de aanwezigen op om na te denken wat onze nalatenschap zou kunnen zijn:

Na tachtig jaar is de onvoorwaardelijke en moedige inzet van mannen als Jozef Pietryga en Bazyli Lincewicz en al die anderen nog altijd een voorbeeld.
En het houdt ons een spiegel voor.
Welke afdruk willen wij achterlaten voor onze kinderen?
Zijn we bereid om te vechten voor iets dat groter is dan onszelf?
Om daar een offer voor te brengen?

Ook vandaag is dit hard nodig.
We zien dat oorlog dichterbij is gekomen.
Letterlijk, door de strijd in Oekraïne.

Maar ook als ik kijk naar ons eigen land, dan lijken de omstandigheden een beetje op die in de jaren ’20 van de vorige eeuw.

Ook toen was er polarisatie, antisemitisme, onzekerheid en instabiliteit.
Dat zorgde voor een vruchtbare bodem voor het gedachtegoed van de nazi’s.

Laat vandaag de uitkomst niet hetzelfde zijn.
Laten we met elkaar de geschiedenis ongelijk bewijzen.
Laten we zie dat het wél anders kan, ook al is de situatie vergelijkbaar met toen.

Bijdragen van de premiers

De herdenking zou worden bijgewoond door de premier van Polen, Donald Tusk en Nederland, Dick Schoof. Met het hoogwater in Polen liet de Poolse premier zich vertegenwoordigen door de minister van veteranen zaken die een brief van Tusk voorlas.

Premier Schoof

De Nederlandse premier gebruikt ook de inzet van de Polen om de link te leggen naar de actualiteit en onze rol daarin:

Laten wij vandaag hun voorbeeld als een opdracht beschouwen.
De opdracht om in het hier nu pal te staan voor de vrijheid en de waarden die tachtig jaar geleden met zoveel overgave en vastberadenheid zijn bevochten.
Voor generaties daarna is ‘oorlog’ lange tijd een woord van ver weg geweest.
Een woord van vroeger.
Iets uit een voltooid verleden tijd.
Althans, dat hebben we onszelf en elkaar lang kunnen vertellen.

Maar sinds de Russische inval in Oekraïne weten we beter. […]

In Polen, het land van een van onze bevrijders, wordt dat nog directer gevoeld dan hier. Daarom is het zo belangrijk dat Polen, Nederland en andere landen elkaar vasthouden en steunen, in de NAVO en Europa.
Daarom is het zo belangrijk dat we één lijn trekken tegen agressie en onrechtstatelijkheid.
En dat we daarin onverzettelijk en onvermoeibaar zijn.
Het moet.
Het moet, omdat het alternatief ondenkbaar is.

In zijn brief sprak premier Tusk juist dank uit naar het Nederlandse volk voor de wijze waarop zij al die jaren de Poolse inzet herdenken en zich inzetten voor het eerherstel:

Ik heb al gezegd dat we dankbaar zijn voor de attente herinnering aan de Poolse brigade en haar generaal. In het bijzonder wil ik u bedanken voor uw inspanningen om de Polen die bij Arnhem hebben gevochten te eren, wat ertoe heeft geleid dat Koningin Beatrix in 2006 de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade de hoogste militaire onderscheiding van het Koninkrijk der Nederlanden, de Militaire Willemsorde, heeft toegekend en generaal Sosabowski de Bronzen Leeuw Medaille.
Maar er is nog een reden om onze dankbaarheid te betuigen. Ik denk hierbij aan het initiatief om de bijdrage van Poolse parachutisten aan operatie ‘Market Garden’ te erkennen en hun militaire daad te waarderen. Een brief met een dergelijke oproep werd begin juli naar de regering van het Verenigd Koninkrijk gestuurd. De burgemeesters van Nederlandse steden ondertekenden de oproep in groten getale.

Vandaag en de nalatenschap

Wij hopen dat de inzet van de Polen inderdaad doorklinkt in acties vandaag de dag. Of onze nalatenschap nu is het trekken van een lijn tegen agressie en onrechtstatelijkheid, het in herinnering blijven roepen van de rol van de Polen of het daadwerkelijke eerherstel door de Britse regering. We hopen bovenal dat daarmee de inzet van Bolek en alle andere niet te vergeefs was en dat hij nog getuige mag zijn van het eerherstel.

Herdenking terugkijken?

De herdenking is terug te zien op YouTube (zie hieronder). Vooraf was nog een kort vraaggesprek over de historische context. Wilt u die ook terugzien? Ga dan naar het verslag op de site van Omroep Gelderland.

Toespraken

De volledige toespraken zijn na te lezen op de site van de Stichting Driel Polen

Openingstoespraak voorzitter Stichting Driel-Polen A.J.M. Baltussen
Toespraak burgemeester P. Hoytink-Roubos
Toespraak minister-president D. Schoof
Brief minister-president D. Tusk

Vergeten helden nu ook in het Pools verschenen

In 2020 verscheen het boek ‘Vergeten Helden’. Fotograaf Johannes vande Voorde volgde de Poolse pantserdivisie van Normandië naar Wilhelmshaven en maakte foto’s op die route en portretten van veteranen. Dirk Verbeke schreef daarbij de teksten (met een historische inleiding door Dr. Iwona Guść). Het resultaat was een mooi monument in boekvorm aan deze vergeten helden van onze bevrijding.

Begin oktober presenteerden beide auteurs tijdens een door IPN georganiseerde bijeenkomst de Poolse editie ‘Zapomniani Bohaterowie’ in een vertaling van Iwona Mąckza.